omgaan met (v) (persoon) | klara (v) (persoon) |
omgaan met (v) (mensen) | umgås med (v) (mensen) |
omgaan met (v) (persoon) | få bukt med (v) (persoon) |
omgaan met (v) (persoon) | tygla (v) (persoon) |
omgaan met (v) (mensen) | behandla (v) (mensen) |
omgaan met (v) (mensen) | handskas med (v) (mensen) |
omgaan met (v) (liefde) | gå ut med (v) (liefde) |
omgaan met (v) (persoon) | ha kontakt med (v) (persoon) |
omgaan met (v) (liefde) | ha en träff med (v) (liefde) |